Wanneer de stroom in onze huizen terechtkomt, heeft hij al een lange weg achter de rug doorheen een netwerk van complexe infrastructuren. De transmissie, de distributie én het efficiënte beheer van de energiestromen om in te spelen op de steeds veranderende behoeften van de consumenten, dat zijn de uitdagingen op die weg.

Sommaire

Hoe komt elektriciteit tot bij mij?

1. Productie

De stroom in Brussel net zoals elders in België wordt geproduceerd uit verschillende energiebronnen: kern-, wind-, zonne-energie en gas.

In 2023 produceerde België zo’n 76 000 GWh energie waarvan 28,2 % afkomstig is van hernieuwbare energiebronnen. In het Brussels Gewest bedroeg het energieverbruik 3 823 GWh in 2023.

2. Transport (Elia)

Zodra de stroom is geproduceerd, zetten transformatoren hem om in hoogspanning zodat hij kan worden vervoerd over lange afstanden zonder al te veel energieverlies. Voor internationale verbindingen kan die spanning tot 380 000 volt oplopen.

De hoogspanningsstroom wordt aangevoerd via een uitgebreid netwerk. Het beheer van dat netwerk ligt in handen van Elia, de Belgische transmissienetbeheerder hoogspanning (HS). Meer dan 8 800 km luchtlijnen, ondergrondse kabels en elektriciteitsposten vervoeren de stroom naar alle uithoeken van het land. Heuse elektriciteitssnelwegen.

3. Distributie (Sibelga)

Leveringsposten

Vanuit het Elia-netwerk (150 000 of 36 000 volt) bereikt de stroom het hoogspanningsnet van Sibelga. Dat gebeurt via 46 leveringsposten verspreid over het hele Brussels Gewest.

In die posten wordt de spanning van de elektriciteit verlaagd. Dat is nodig om een veilige distributie te waarborgen. De spanning wordt verlaagd van 150 000 of 36 000 volt naar 5 000, 6 600 of 11 000 volt.

Ook op dat niveau worden de signalen voor het activeren en deactiveren van de 89 828 openbare verlichtingstoestellen in Brussel beheerd.

Leveringsposten

Verdeelstations

Van daaruit gaat de elektriciteit naar het Brusselse net via 79 verdeel- of dispersieposten.

Verdeelstations

Net- en klantcabines

Vanaf de leveringsposten zet de stroom zijn weg verder via 2 148 km ondergrondse koperen of aluminium kabels richting:

  • 2 704 klantencabines HS voor de klanten die gebruikmaken van een groot vermogen
  • en 3 035 netcabines HS/LS en 3231 transformatoren.

In dat stadium wordt de spanning teruggebracht van 5 000, 6 600 of 11 000 volt tot 230 of 400 volt.

Klantencabine hoogspanning en ondergrondse kabel

Kasten en dozen

5871 ondergrondse kasten en dozen nemen de fakkel dan over om de laagspanningselektriciteit te verdelen naar 729 508 meters in Brussel via 4 300 km kabels.

Tot slot registreren de meters de hoeveelheid stroom die elke burger verbruikt om te zorgen voor een correcte facturering. Eind 2023 waren 58 577 van die laagspanningsmeters al slimme meters.

Ondergrondse laagspanningskasten en -doos

Exploitatie en onderhoud

Tijdens heel dat traject is het beheer en het onderhoud van het net uiterst belangrijk om ervoor te zorgen dat iedereen continu en op een veilige manier kan worden bevoorraad. Dat kan alleen via toezicht op de elektriciteitsstromen, het beheer van de storingen en de verbetering of de vervanging van de uitrusting.

De belangrijkste punten van het distributienet worden vanop afstand en in real time bestuurd zodat we bij incidenten - een storing of overbelasting in een post - snel kunnen ingrijpen.

In dat kader passen o.a. onze inspanningen om het Smart Grid en het glasvezelnetwerk te ontwikkelen.

De toekomst voorbereiden

Met de ontwikkeling van het elektrisch laden, de elektrificatie van de verwarming en het gebruik van hernieuwbare energie, gaat elektriciteit een almaar belangrijkere rol spelen in ons leven.

We zijn er ons van bewust dat het van essentieel belang is om de marktevoluties voor te zijn, willen we het hoofd kunnen bieden aan de verbruiks- en injectiepieken die gepaard gaan met die nieuwe gebruiken. 

Daarom sparen wij geen moeite om de bestaande uitrusting te verbeteren en te versterken, en zullen wij 500 miljoens euro investeren in de ontwikkeling van het elektriciteitsnet van 2025 tot 2029.