De 230V-netwerken zijn niet eigen aan het Brussels gewest, zij bestaan overal te lande. Het gaat om een historisch erfdeel. In het begin van de 20ste eeuw, met de komst van de elektriciteitsnetten in driefasige wisselstroom, zijn er immers verschillende technologische keuzes gemaakt. Zo heeft België geopteerd voor 230V, terwijl in Frankrijk voor 400V werd gekozen.
En elk netwerk heeft zowel zijn voor- als nadelen
De keuzes van toen werden gemaakt om technische, economische of geografische redenen.
- Het 400V-netwerk heeft als voordeel dat het minder energieverliezen genereert te wijten aan de opwarming van de kabels voor eenzelfde hoeveelheid getransporteerde energie.
- Van de andere kant, was de prijs van koper en aluminium 100 jaar geleden zo hoog, dat de besparing van één draad (de nulgeleider) op de 230V-netwerken aanzienlijk was.
400V in landelijke zones
Vlaanderen en Wallonië hebben beslist om geleidelijk aan hun netwerken 230V naar 400V over te zetten in landelijke zones. Dit komt omdat de kabellengtes lang zijn en de energieverliezen dus ook.
230V in stedelijke zones
In Brussel en andere stedelijke zones zijn de energieverliezen zeer beperkt vanwege de densiteit van het net en de korte afstanden. Investeren in een dergelijke operatie is dus niet verantwoord. Te meer daar de binneninstallaties van de klanten ook nog zouden moeten worden aangepast.
De predominantie van de 230V-netwerken te Brussel is dus een economisch en historisch gerechtvaardigde keuze.